Rural gender studies in The Netherlands

Power and Gender in European Rural Development

Volumn , Issue , 2017, Pages 106-126

  Bock, Bettina ^a   de Haan, Henk ^a  

^a WAGENINGEN UNIVERSITY   (Netherlands)

Author keywords

[No Author keywords available]

Indexed keywords

EID: 85087194852     PISSN: None     EISSN: None     Source Type: Book    
DOI: None     Document Type: Chapter

References (109)

1. Alkemade, S. and A. Alling (1995), Beid'r belang. Een onderzoek naar depositie van de vrouw op het agrarische bedriji. Tilburg, ncb.
2. Aarnink, N. (1987), Mijn man werkt en ik help mee. Veranderende familie-, arbeids-en manvrouw verhoudingen binnen agrarische gezinsbedrijven in Nederland. Wageningen, lu.
3. Backerra, F., L. Flapper and A. Hobbelink (eds) (1989), Vrouwen van het land, anderhalve eeuw plattelandsvrouwen in Nederland. Zutphen, De Walburg Press.
4. Berger, B., U. Blom and T. Loeffen (1987), Teilen agrarische vrouwen (niet) mee? Den Haag, cvpv.
5. Bernet, K. (1998), Hoe trouwen agrarische vrouwen? Een Studie over agrarische vrouwen omirent de beleving van hun huwelijksgoederenregime. Wageningen, Wageningen University.
6. Bettenhausen-Verbey, J. and U. Blom (1983), Plattelandsvrouwen over de drempel. Den Haag, nbvp.
7. Bloemhoff, A. and E.J.R.M. Wolf (1987), Arbeid en gezondheid van vrouwen werkzaam in de agrarische sector. Voorburg, dga.
8. Blom, U., C.J.M. Spierings and G.M.J. Loeffen (1986), Boerinnen en landinrichting. Den Haag, lei.
9. Blom, U. and J.M. van de Hoek (1988), De tijdsbesteding van boerinnen en tuindersvrouwen. Den Haag, lei.
10. Blom, U. and J.M. van de Hoek (1989), Zwangerschapsverlof voor boerinnen en tuindersvrouwen. Den Haag, lei.
11. Blom, U, and H. Hillebrand (1992), Jonge vrouwen op agrarische gezinsbedrijven. Den Haag, lei-dlo.
12. Bock, B.B. (1994). Women and the future of Umbrian agriculture. In: L. van der Pias and M. Fonte (eds), Rural gender studies in Europe. Assen, van Gorcum, pp. 91-107.
13. Bock, B.B. (1996), Nieuwe onderneemsters op het platteland, Dordrecht.
14. Bock, B.B. (1997). Pluriactiviteit, vrouwen en vernieuwing. Wageningen, Wetenschapswinkel.
15. Bock, B.B. (1998), Vrouwen en vernieuwing van landbouw en platteland; de kloof tussen praktijk en beleid in Nederland en andere Europese landen. Wageningen, Circle for Rural European Studies/Wetenschapswinkel.
16. Bock, B.B. (1999), Women in rural development in Europe-appreciated but undervalued; paper for the conference 'Gender and rural Transformations in Europe.' Wageningen.
17. Bock, B.B. (2000), Toenemende zakelijkheid tegenover de belangen van het moderne gezin; strategisch handelen in het veranderende gezinsbedrijf. spil, no. 167-168,10-16.
18. Bock, B.B. (2001), The problems, prospects and promises of female employment in the rural areas of Europe, key note lecture for the conference "The new challenge of women's role in rural Europe,' Cyprus, 4-6 October 2001.
19. Bock, B.B. (2002), Tegelijkertijd en tussendoor; gender, plattelandsontwikkeling en interactief beleid. Wageningen, wur/ Studies van Landbouw en Platteland 32 (diss).
20. Bock, B.B. and M. van der Burg (1998), Vrouwenarbeid in de agrarische sector. In: H. Pott-Buter and K. Tijdens (eds), Vrouwen; leven en werken in de twintigste eeuw. Amsterdam, Amsterdam University Press, pp. 219-240.
21. Bock, B.B., P.A. Welboren and A. Lindenbergh (2000), Emancipatie-effectrapportage stimule-ringskader. Ede, Expertisecentrum lnv) nr. 225.
22. Bock, B.B. and S. de Rooij (2000), Social exclusion of small-holders and women small-holders in Dutch agriculture. Final national report for the Eu-project: Causes and mechanisms of social exclusion of women small-holders. Wageningen, Wageningen University.
23. Bos, M.J. (1969), Het meewerken door vrouwelijke gezinsleden op het agrarische bedrijf. Wageningen, Landbouwhogeschool.
24. Bosch, J.A. (1970), Het meewerken van de boerin in Friesland. Wageningen. Landbouwhogeschool.
25. Bosch, D. (1990), Boerinnen maken beleid: een handleiding voor het boerinnenwerk Gelderland. Wageningen, Landbouwuniversiteit.
26. Brand, M. van den and E. Verhagen (1991), Boerinnen, belangen en belangenbehartiging. Wageningen, Landbouwuniversiteit.
27. Brinke-van Hengstum, A.G.M. ten and M.Y. Toonen (1988), Vrouwenemancipatie in landelijke gebieden. Wageningen, Landbouwuniversiteit.
28. Brunt, E. (1975), Vrouwen op het platteland. Sociologische Gids, 22,4.
29. Bun, C, A. Oldenkamp and A. Oldenziel (1990), De agrarische vrouw en haar gezondheid in de eg. Wageningen, Landbouwuniversiteit.
30. Burg, M. van der (1988), Een half miljoen boerinnen in de klas: landbouwhuishoudonderwijs vanaf 1909. Heerlen, De Voorstad.
31. Burg, M. van der (2002), Geen tweede boer? Gender, landbouwmodernisering en plattelandsontwikkeling in Nederland 1863-1968. Wageningen, Wageningen University, PhD thesis.
32. Burg, M. van der and K. Lievaart (1998), Drie generaties in schort en overall. Terugblik op een eeuw vrouwenarbeid in de landbouw. Wageningen, Landbouwuniversiteit/akb.
33. Casteren, M. van (1997), Meer vrouwen in besturen. Den Haag, LTO.
34. Doorne-Huiskes, J. van and M. Rosendahl (1998), Voorlichting aan agrarische vrouwen; een onderzoek naar de voorlichtingsbehoeften van agrarische vrouwen. Utrecht.
35. Dorresteijn, J. (1983), De participatie van jonge boerinnen in belangengroepen en beleidsorganisaties binnen de landbouw. Utrecht, najk.
36. Drooglever Fortuijn, J., W. Ostendorf and F. Thissen (1994), Vrouwen op het Friese platteland. Amsterdam, Universiteit van Amsterdam.
37. Giesen, C.W.M. (1991), Werkverhoudingen en stress op het boerenbedrijf. Utrecht, ruu.
38. Groot, E.J.M. de (1989), Boerinnen in beeld; veranderende opvattingen over boerinnen na de Tweede Wereldoorlog. Wageningen, Landbouwuniversiteit/Vakgroep Huishoudkunde.
39. Haan, H.J. de (1993), Images of family farming in the Netherlands. Sociologia Ruralis 33 (2), pp. 147-166.
40. Haan, HJ. de and A.T.J. Nooij (1985), Rural sociology in the Netherlands. Developments in the seventies. The Netherlands' Journal of Sociology 21 (1), pp. 51-62.
41. Haenen, G. (1992), Toekomst van het agrarische vrouwenwerk; integratie van agrarische vrouwen in de Noord-Brabantse Christelijke Boerenbond. Wageningen, Landbouwuniversiteit.
42. Harpe, C. and M. Potters (1991), Bedrijfsopvolgsters: belemmeringen en participate in agrarische jongerenorganisaties. Wageningen, Landbouwuniversiteit.
43. Heel, A. van and T. Lodder (1994), Vrouwen trekken hun spoor: agrarische vrouwen op de bres voor de land-en tuinbouw. Utrecht, cvpv.
44. Hendrikse, A. and L Klaver (1995a) Kaasin de badkuip. Wageningen, Landbouwuniversiteit/nbvp.
45. Hendrikse, A. and L. Klaver (1995b) Agrarische vrouwen vernieuwen het platteland. Wageningen, Landbouwuniversiteit.
46. Hilhorst, T. (1993), Agrarische vrouwen benoemen hun belangen. Wageningen, Landbouwuniversiteit.
47. Hillebrand, H. and U. Blom (1993), Young women on Dutch family farms. Sociologia Ruralis, 33, 2, pp. 178-189.
48. Hobbelink, A. (1982), Je trouwt niet alleen met een boer... maar ook met het bedrijf, zijn familie en de hele buuit. Nijmegen, kun.
49. Hobbelink, A. (1991), Boerinnengschiedenis 1940-1990. Spil, 93/94, pp. 5-10.
50. Hobbelink, A. and S. Spijkers (1986a) De mooie kamer beter benutten: boerinnenstudies in Nederland. lover, 13, 1, pp. 47-50.
51. Hobbelink, A. and S. Spijkers (1986b) Naar meer zieht op de verhoudingen tussen de seksen in de landbouw. Spil, 53/54, pp. 4-50.
52. Hoek, C. van de, L. Klaver and A. de Moor (1987), Agrarische vrouwen en landinrichting. Wageningen, Landbouwuniversiteit.
53. Hoerchner, J.H., J.A.C. Ophem and E. van Oorschot (1979), Situatie van de boerin in de lidstaten der Europese Gemeenschappen. Wageningen, Landbouwhogeschool.
54. Jansen, H. (1990), Boerinnen van 50 tot 70: een verkennend onderzoek naar de gevolgen van be-drijfsopvolging, bedrijfsbeëindiging en ouder worden. Nijmegen, kun/luw.
55. Jansen, H. (1991), Kleine baas of grote knecht? Een verkenning van de arbeid van agrarische vrouwen vanuit structuratie-theoretisch perspectief. Nijmegen, kun.
56. Jansen, M., T. Lodder and G. Overbeek (1985), Geen rek maar plek, landbouwbeleid voor vrouwen. Wageningen, Boerinnengroep.
57. Janssen, U. and R. Lammerts (1999), Leefbaarheid op het platteland. Sociale en cultúrele ontwik-kelingen. Utrecht, Verwey-Jonker Instituut.
58. Keuzenkamp, S. (1997). Emancipatie-effectrapportage Herijking van de landinrichting. Nijmegen, kun.
59. Klaver, L. and J. van Poppel (1994), Boer en boerin. Een procès van bewustwording en kiezen. Wageningen, Landbouwuniversiteit.
60. Klaver, L. and S. Zwart (1996), De complexe verhouding tussen familie en bedrijf in de landbouw; nieuwe lijnen voor toekomstig onderzoek. Wageningen, Landbouwuniversiteit.
61. Klein Douwel, J. and M. Toonen (1986), Aaw voor boerinnen en tuindersvrouwen: een siechte regeling vol met hindernissen. Wageningen, Landbouwuniversiteit.
62. Kloprogge, J.J.A. (1973). Friese boerinnen over beroepsverandering. Den Haag, lei.
63. Kools, Q.H. (1994), Emancipatiebeleid en-activiteiten van agrarische opleidingscentra. Wageningen, Landbouwuniversiteit.
64. Kools, Q.H. (1996), Agrarisch onderwijs, ook voor mesks en wichten! Een onderzoek naar vrou-welijke leerlingen in het voorbereidend en middelbaar agrarisch onderwijs. Wageningen.
65. Kooy, G. (1959), De zelfkazerij van Midden-Nederland: een onderzoek naar haar voortbestaan. Assen, Van Gorcum.
66. Kriellaars, F.W.J. (1951), Enige beschouwingen over het gezinsbedrijf in de landbouw, Leiden, Stenfert Kroese.
67. Laval, W. and T. de Rijk (1990), Meisjes, mas en arbeidsmarkt. Amsterdam vslpc.
68. Lieshout, D. van (1989), Bevallen en opstaan: 00k de agrarische vrouwen verdient een zwangerschaps-en bevallingsverlofregeling. Wageningen, Hogeschool Diedenoort.
69. Litjens, M., T. Loeffen and C. Valkhoff (1979), Achtergaat voor. Wageningen, Landbouwhogeschool.
70. Litjens, M. and L. Klaver (1991), Hoe kan het 00k anders: een onderzoek naar belangen van agrarische vrouwen. Den Haag, nbvp.
71. Lodder, T. (1991), Voor wie gewoon boerin wil blijven: een beroepsstatus voor agrarische vrouwen. Spil, 93/94, pp. 27-32.
72. Lodder, T. and N. Tims (1988), Tussen vernieuwing en traditie: het emancipatieproject herwaar-dering van arbeid in de Nederlandse Bond van Plattelandsvrouwen. Wageningen, Landbouwuniversiteit.
73. Loeffen, G.M.J. (1984), Boerinnen en tuindersvrouwen in Nederland. Den Haag, lei-dlo.
74. Lohuis, B.A.M., J.W.C. Maas and S.M. van der Meulen (1987), Posities van vrouwen en meisjes op het platteland. Wageningen, Vakgroep Huishoudkunde.
75. Melita, F. (1993), Sociale zekerheid in de landbouw in vijf Europese landen. Over de pensioen en arbeidsongeschiktheidsregelingen voor boer(innen) en in vergelijking tot die voor werkne(e)m(st)ers; met speciale aandacht voor de positie van de boerin. Wageningen, Landbouwuniversiteit.
76. Mok, A.L. (1990), Kwaliteit van de arbeid en het arbeidsproces. Sociologische Gids, 37, 3.
77. Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (najk) (2000), De bonte waz. Ervaringen van agrarische vrouwen met de zwangerschaps-en bevallingsuitkeringsregeling binnen de Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekering Zelfstandigen. Utrecht, najk Vrouwenoverleg & LTO commissie Vrouw en Bedrijf.
78. NIROV (1990), Vrouwen in londelijk gebieden: emancipatie binnen bereik. Den Haag. NIROV.
79. Nooij, A. (1997), Modern and endogenous development. Civilization and empowerment. In: H. de Haan and N. Long (eds), Images and Realities of Rural Life. Assen, Van Gorcum, pp. 107-120.
80. Oomens, M. and G. Kriekaard (1989), De problematiek van het onproblematische: een verkennend onderzoek naar de leefbaarheid van kleine kernen en hun omringende omgeving bekeken vanuit de positie, het standpunt en de ervaringen van vrouwen, Tilburg, pon.
81. Overbeek, G. (1993), Man/vrouw-maatschap beslist goed? Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken, 9, 4, pp.384-39.
82. Overbeek G. (1995), Agrarische vrouwen op zoek naar een baan buitenshuis? Spil, 131-132/133-134. PP. 49-54
83. Overbeek, G. (2000), Verzilveren of besparen. Arbeids-en vermogenssituatie van vrouwelijke zelfstandigen in de landbouw en verblijfsrecreatie. Den Haag, lei.
84. Overbeek, G. (2001), Individualisering loont? Inkomen en vermogen van vrouwelijke zelfstandigen in de land-en tuinbouw en verblijfsrecreatie. In tsl 16 (1), pp. 24-33.
85. Overbeek, G., S. Efstratoglou, M.S. Haugen and E. Saraceno (1998), Labour situation and strategies of farm women in diversified rural areas of Europe, Luxembourg, ec.
86. Pijnenburg, A. (1991), De toekomst van de Katholieke Plattelandsvrouwen Nederland: een onderzoek naar perspectieven van een organisatie voor plattelandsvrouwen. Wageningen, Landbouwuniversiteit.
87. Ploeg, J.D. van der (1999), De virtuele boer. Assen, Van Gorcum.
88. Ploeg, J.D. van der, H. Renting and M. Minderhoud-Jones (eds) (2000), The socio-economic impact of rural development: realities and potentials. Sociologia Ruralis, 40, 4, (special issue).
89. Ploeg J.D., A. van Cooten, T. Kierkels, A. Logeman (eds) (2002), Kleurrijk platteland; zieht op een nieuwe land-en tuinbouw. Assen, Van Gorcum.
90. Poppel, J. van, A. Dees, T. Lodder and N. Raedts (1990), Stapsgewijs, wijs-worden: integratie van agrarische vrouwen in de standsorganisaties. Den Haag, cvpv.
91. Rooij, S. de (1992), Werk van het tweede soort. Boerinnen in de melkveehouderij. Assen/ Maastricht, Van Gorcum.
92. Rooij, S. de (1994), Work of the second order. In: M. van der Burg and M. Endeveld (eds), Women on family farms. Gender research, ec policies and new perspectives. Wageningen, Agricultural University) pp. 67-78.
93. Rooij, S. de (1998), Boerinnen en tuindersvrouwen-vrouwenpower op het platteland. Facta, 6, 8, pp. 12-15.
94. Rooij, S. de, E. Brouwer and R. van Broekhuizen (1995), Agrarische vrouwen en bedrijfsontwik-keling. Wageningen, Landbouwuiversiteit/WLTO.
95. Saal, CD. (1958), Het boerengezin in Nederland: sociologische grondslagen van gezin en bedrijf. Assen, Van Gorcum.
96. Sinnema, G. (1990), Kiezen mas-meisjes anders? Onderzoek naar het keuzeproces van mas-leerlingen. Wageningen, Landbouwuniversiteit.
97. Spierings, C.J.M. (1972), Boeren en boerinnen over beroepsverandering. Den Haag, lei.
98. Spierings, C.J.M. (1974), Jonge boerinnen over beroepsverandering. Den Haag, lei.
99. Stork-van der Kuyl, D.M.E.J. (1952), De Drentse boerin. Haar plaats in de samenleving. Assen, van Gorcum.
100. Stork-van der Kuyl, D.M.E.J. (1966), De boerin van nu en straks: vrouwen in een veranderende plattelandssamenleving. Assen, van Gorcum.
101. Sweere, A. (1991), Zowel boer als boerin: vrouwelijke ondernemers in de land-en tuinbouw. Wageningen, Boerinnengroep.
102. Verboon, H. (1988), Huishoudelijke voorlichting, in: H.P. de Bruin, (ed.), Het Gelderse rivieren-gebied uit zijn isolement; een halve eeuw plattelandsvernieuwing. Zutphen, De Walburg Pers, pp. 192-199.
103. Wal, D. van der (1990), Bijscholing agrarische vrouwen: verslag van een onderzoek onder meewerkende agrarische vrouwen in de provinde Utrecht naar leerbehoeften voor deelname aan agrarische cursussen. Wageningen, Landbouwuniversiteit.
104. Wijk A. van (1983), Wat de boer niet ziet, dat telt hij niet: meitellingen laten veel arbeid verborgen. Landbouwmaand, 12, 2.
105. Wijk, A. van (1986), Boerinnengroepen werken zo: overjonge agrarische vrouwen en boerinnengroepen in Gelderland. Wageningen, Landbouwhogeschool.
106. Wijk, I. van (1996), Zij Staat haar mannetje. Onderzoek naar de identiteit en het imago van agrarische vrouwen in bestuurlijke functies. Wageningen, Hogeschool Diedenoort.
107. Zwart, S.I. (1990), Agrarische huishoudens: een onderzoek naar de veranderende relatie tussen gezin en bedrijf in Oost-Gelderland. Wageningen, Landbouwuniversiteit.
108. Zwart, S.I. (1996), Boerinnen en bezit. Paper voor de Sociaal-Wetenschappelijke Studiedagen 11-12 april 1996, Amsterdam.
109. Zwieten, D. van (1994), Agrarische gezinnen in zorgen. Een inventariserend onderzoek naar sociaal-psychische en sociaal-economische problemen van agrarische gezinnen. Wageningen, Landbouwuniversiteit.