Long-term religious developments in the Netherlands, c. 1750–2000

The Decline of Christendom in Western Europe, 1750-2000

Volumn , Issue , 2003, Pages 113-129

  van Rooden, Peter ^a  

^a UNIVERSITY OF AMSTERDAM   (Netherlands)

Author keywords

[No Author keywords available]

Indexed keywords

EID: 84927035002     PISSN: None     EISSN: None     Source Type: Book    
DOI: 10.1017/CBO9780511496783.008     Document Type: Chapter

References (41)

1. J. W. Becker, J. de Hart and J. Mens, Secularisatie en alternatieve zingeving in Nederland(Rijswijk, 1997).
2. Peter van Rooden, Religieuze regimes: over godsdienst en maatschappij in Nederland, 1570-1990 (Amsterdam, 1996).
3. Peter van Rooden, ‘Secularization and dechristianization in the Netherlands’, in Hartmut Lehmann (ed.), Dechristianisierung und Rechristianisierung im neuzeitlichen Europa und in Nordamerika: Bilanz und Perspektiven der Forschung (Veröffentlichungen des Max-Planck-Instituts für Geschichte 130) (Gottingen, 1997), 131-53.
4. Jonathan Israel, The Dutch Republic: Its Rise, Greatness and Fall (Oxford, 1995).
5. Joke Spaans, Haarlem na de Reformatie: stedelijke cultuur en kerkelijk leven 1577-1620 (The Hague, 1989).
6. W. P. C. Knuttel, De toestand der Nederlandsche katholieken ten tijde van de Republiek, 2 vols. (’s-Gravenhage, 1892-94).
7. P. Polman, Katholiek Nederland in de achttiende eeuw, 3 vols. (Hilversum, 1968).
8. Jos Leenders, Benauwde verdraagzaamheid, hachelijkfatsoen: families, standen en kerken te Hoorn in het midden van de negen-tiende eeuw (The Hague, 1992).
9. Simon Schama, Patriots and Liberators: Revolution in the Netherlands, 1780-1813 (New York, 1977).
10. Theo Clemens, ‘De terugdringing van de rooms-katholieken uit de verlicht-protestantse natie’, Bijdragen en Mededelingen betreffende de geschiedenis der Nederlanden, 110 (1995), 27-39.
11. J. A. Bornewasser, ‘The authority of the Dutch state over the churches, 1795-1853’, ‘“Het credo… geen reden tot twist”. Ter verklaring van een koninklijk falen’, and ‘Mythical aspects of Dutch anti-Catholicism in the nineteenth century’, in J. A. Bornewasser, Kerkelijk verleden in een wereldlijke context (Amsterdam, 1989), 98-112, 113-48,362-75.
12. A. Vroon, Carel Willem Pape 1788-1872: een Brabantspredikant en kerkbestuurder (Tilburg, 1992).
13. J. P. van den Hout, ‘P. Hofstede de Groot als ideoloog van de grootprotestantse beweging (1840-44)’, Documentatieblad voor de Nederlandse-Kerkgeschiedenis na 1800, 37 (1992), 1-24.
14. Peter van Rooden, ‘Ministerial authority and gender in Dutch Protestantism around 1800’, in A. Fletcher (ed.), Gender and the Christian Religion, Studies in Church History 34 (Oxford, 1998), 301-11.
15. W. Bakker (ed.), De Afscheiding van 1834 en haar geschiedenis (Kampen, 1984).
16. Paul Luykx, ‘Andere katholieken, 1920-1960’, Archief voor de Geschiedenis van de Katholieke Kerk in Nederland, 29 (1987), 52-84.
17. W. H. den Ouden, Kerk onderpatriottenbewind: kerkelijkefinancien en de Bataafse Republiek 1795-1801 (Zoetermeer, 1994).
18. J. Boneschansker, Het Nederlands Zendingsgenootschap in zijn eerste periode: een studie over opwekking in de Bataafse en Franse tijd (Leeuwarden, 1987).
19. Peter van Rooden, ‘Nineteenth-century representations of missionary conversion and the transformation of western Christianity’, in Peter van der Veer (ed.), Conversion to Modernities: The Globalization of Christianity (New York, 1996), 65-88.
20. Roel A. Bosch, En nooit meer oude psalmen zingen: zingend geloven in een nieuwe tijd 1760-1810 (Zoetermeer, 1996).
21. Margaret C. Jacob and Wijnand W. Mijnhardt (eds.), The Dutch Republic in the Eighteenth Century: Decline, Enlightenment and Revolution (Ithaca and London, 1992).
22. W. Lutjeharms, Het philadelphisch-oecumenisch streven der Hernhutters in de Nederlanden in de achttiende eeuw (Zeist, 1935).
23. C. Huisman, Geloofin beweging: Gerardus Kuypers, pastoor en patriot tussen vroomheid en Verlichting (Zoetermeer, 1996).
24. Joke Spaans (ed.), Een golf van beroering: de omstreden religieuze opwekking in Nederland in het midden van de achttiende eeuw (Hilversum, 2001).
25. Van Rooden, Religieuze regimes, 78-120.
26. Roel Kuiper, ‘De weg van het volk. Mobilisering en activering van de anti-revolutionaire beweging, 1878-1888’, in Henk te Velde and Hans Verhage (eds.), De eenheid en de delen: zuilvorming, onderwijs en natievorming in Nederland 1850-1900 (Amsterdam, 1996), 99-120.
27. E. J. Fischer, ‘De geschiedschrijving over de 19e-eeuwse industrialisatie’, in W. W. Mijnhardt (ed.), Kantelend geschiedbeeld: Nederlandse historiografie sind 1945(Utrecht and Antwerp, 1981), 228-55.
28. J. L. van Zanden, ‘Dutch economic history of the period 1500-1940: A review of the present state of affairs’, Economic and Social History of the Netherlands, 1 (1990), 9-25.
29. Th. van Tijn, ‘The party structure of Holland and the Outer Provinces in the nineteenth century’, in J. S. Bromley and E. H. Kossmann (eds.), Britain and the Netherlands IV: Metropolis, Dominion and Province (The Hague, 1971), 176-207.
30. Th. van Tijn, ‘De wording van de moderne politiekepartij-organisaties in Nederland’, in G. A. M. Beekelaar et al. (eds.), Vaderlands verleden in veelvoud: 31 opstellen over de Nederlandse geschiedenis na 1500 (The Hague, 1975), 590-601.
31. H. Daalder, ‘Consociationalism, centre and periphery in the Netherlands’, in P. Thorsvik (ed.), Mobilization, Centre-Periphery Structures and Nation-Building(Oslo and Bergen, 1981), 181-240.
32. G. J. Schutte, ‘De ere Gods en de moderne staat. Het antwoord van de Anti-Revolutionaire Partij op de secularisatie en democratisering van Nederland: Antithese, soevereiniteit in eigen kring en gemene gratie’, Radix, 9(2) (1983), 73-104.
33. G. vanRoon, ‘Politiekeconjuncturenenpolitiek-godsdienstigepartijvorm-ing in Nederland’, in Th. B. F. M. Brinkel, J. de Bruijn and A. Postma (eds.), Het kabinet-Mackay: opstellen over de eerste christelijke coalitie (1888-1891) (Baarn, 1990), 10-41.
34. M. Staverman, Buitenkerkelijkheid in Friesland (Assen, 1954).
35. Ed Simons and Lodewijk Winkeler, Het verraad der clercken: intellectuelen en hun rol in de ontwikkelingen van het Nederlands katholicisme na 1945 (Baarn, 1987).
36. G. Dekker, De stille revolutie: de ontwikkeling van de Gereformeerde Kerken in Nederland tussen 1950 en 1990 (Kampen, 1992).
37. H. Faber and T. T. ten Have, Ontkerkelijking en buitenkerkelijkheid in Nederland tot 1960 (Assen, 1970).
38. J. P. Kruyt and W. Goddijn, ‘Verzuiling en ontzuiling als sociologischproces’, in A. N. J. den Hollander etal. (eds.), Drift enKoers: een halve eeuw sociale verandering in Nederland (Assen, 1962), 227-63 contains a wealth of information on the social importance of religion around 1960.
39. J. P. Kruijt, De onkerkelijkheid in Nederland: haar verbreiding en oorzaken. Proeve eener sociografische verklaring (Groningen, 1933).
40. Hugh McLeod, Religion and the People of Western Europe, 1789-1989 (Oxford, 1997).
41. Peter van Rooden, ‘Secularization and the trajectory of religion in the West’, in Henri Krop, Arie Molendijk and Hent de Vries (eds.), Post-Theism: Reframing the Judeo-Christian Tradition (Leuven, 2000), 169-88.