-
3
-
-
0033869141
-
A pooled analysis of magnetic fields and childhood leukaemia
-
A. Ahlbom, N. Day, M. Feychting, E. Roman, J. Skinner, J. Dockerty, M. Linet, M. McBride, J. Michaelis, J.H. Olsen, T. Tynes, P.K. Verkasalo, 2000, 'A pooled analysis of magnetic fields and childhood leukaemia', British Journal of Cancer 88:5, p. 692-698.
-
(2000)
British Journal of Cancer
, vol.88
, Issue.5
, pp. 692-698
-
-
Ahlbom, A.1
Day, N.2
Feychting, M.3
Roman, E.4
Skinner, J.5
Dockerty, J.6
Linet, M.7
McBride, M.8
Michaelis, J.9
Olsen, J.H.10
Tynes, T.11
Verkasalo, P.K.12
-
4
-
-
33645312703
-
Leukemia attributable to residential magnetic fields: Results from analysis allowing for study biases
-
S. Greenland, L. Kheifets, 2006. Leukemia Attributable to Residential Magnetic Fields: Results from Analysis Allowing for Study Biases. Risk Analysis 26: 2. p. 471-482.
-
(2006)
Risk Analysis
, vol.26
, Issue.2
, pp. 471-482
-
-
Greenland, S.1
Kheifets, L.2
-
5
-
-
78349301352
-
Commissie ELF elektromagnetische velden
-
Publicatie 14, Den Haag
-
Gezondheidsraad, 2001, Commissie ELF elektromagnetische velden. Elektromagnetische velden: Jaarbericht 2001, Publicatie nr. 2001/14, Den Haag.
-
(2001)
Elektromagnetische Velden: Jaarbericht 2001
, Issue.2001
-
-
Gezondheidsraad1
-
6
-
-
0018686564
-
Electrical wiring configurations and childhood cancer
-
N. Wertheimer, E. Leeper, 1979, 'Electrical wiring configurations and childhood cancer', American Journal of Epidemiology 109:3. p. 273-284.
-
(1979)
American Journal of Epidemiology
, vol.109
, Issue.3
, pp. 273-284
-
-
Wertheimer, N.1
Leeper, E.2
-
7
-
-
78349265466
-
-
Kennisplatform Elektromagnetische Velden, (RIVM, TNO, KEMA, Agentschap Telecom, de GGD'en, ZONMW)
-
Kennisplatform Elektromagnetische Velden, Kennisbericht 2009-004, p. 6. (RIVM, TNO, KEMA, Agentschap Telecom, de GGD'en, ZONMW).
-
Kennisbericht 2009-004
, pp. 6
-
-
-
8
-
-
0010233929
-
Omgaan met risico's
-
VROM
-
VROM, 1989, 'Omgaan met risico's', Kamerstukken II, 1988-1989, 21 137, nr. 5.
-
(1989)
Kamerstukken II, 19881989
, vol.21
, Issue.5
, pp. 137
-
-
-
9
-
-
78349287813
-
Magnetische velden van hoogspanningslijnen en leukemie bij kinderen
-
Bilthoven
-
M. van der Plas, D.J.M. Houthuijs, A. Dusseldorp, R.M.J. Penders, M.J.M. Pruppers, 2001. Magnetische velden van hoogspanningslijnen en leukemie bij kinderen. RIVM rapport nr. 610050007. Bilthoven. p. 10.
-
(2001)
RIVM Rapport
, pp. 10
-
-
Van Der Plas, M.1
Houthuijs, D.J.M.2
Dusseldorp, A.3
Penders, R.M.J.4
Pruppers, M.J.M.5
-
10
-
-
78349285670
-
Nuchter omgaan met risico's, Beslissen met gevoel voor onzekerheden
-
VROM, 040089/03-04 VROM 4015
-
VROM, 2004, 'Nuchter omgaan met risico's, Beslissen met gevoel voor onzekerheden', Hoofddocument 040089/03-04 VROM 4015.
-
(2004)
Hoofddocument
-
-
-
11
-
-
78349262024
-
-
Aanbeveling van de Raad van de Europese Unie van 12 juli 1999. Pb L 199/59, 1999, betreffende de beperking van blootstelling van de bevolking aan elektromagnetische velden van 0 Hz-300 GHz. Dit is een aanbeveling krachtens art. 152 lid 3 tweede alinea van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschappen
-
Aanbeveling van de Raad van de Europese Unie van 12 juli 1999. Pb L 199/59, 1999, betreffende de beperking van blootstelling van de bevolking aan elektromagnetische velden van 0 Hz-300 GHz. Dit is een aanbeveling krachtens art. 152 lid 3 tweede alinea van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschappen.
-
-
-
-
12
-
-
78349240162
-
-
3 oktober 20052006, 28 089, Advies met betrekking tot hoogspanningslijnen, kenmerk: SAS/2005183118
-
Brief van 3 oktober 2005, Kamerstukken II, 2005-2006, 28 089, nr. 12. Advies met betrekking tot hoogspanningslijnen, kenmerk: SAS/2005183118.
-
(2005)
Kamerstukken II
, Issue.12
-
-
Van Brief1
-
13
-
-
78349287812
-
-
In de zaak Maarssen stelden appellanten dat het een "nieuwe situatie" betraf (voor zover de magneetzone al juist zou zun vastgesteld) en dat ten onrechte 16 tuinen in een gebied liggen, waarbinnen de sterkte van het jaargemiddeld magnetisch veld hoger is dan 0,4 microtesla. Hoewel na realisering zieh geen woningen meer in de magneetzone zullen bevinden stelt de Afdeling vast dat er nog wel 16 als gevoelig aan te merken tuinen in het gebied Tiggen. Daarmee is volgens de adviezen van 2005 en 2008 het aantal gevoelige bestemmingen niet toegenomen. Uitgangspunt in die adviezen is dat wijzigingen aan bestaande lijnen of bestemmingsplannen waardoor het aantal gevoelige bestemmingen in de speeifieke zone niet toeneemt, niet bezwaarlijk zijn. Omdat het aantal gevoelige bestemmingen niet is gewijzigd acht de Afdeling het beroep ongegrond
-
In de zaak Maarssen stelden appellanten dat het een "nieuwe situatie" betraf (voor zover de magneetzone al juist zou zun vastgesteld) en dat ten onrechte 16 tuinen in een gebied liggen, waarbinnen de sterkte van het jaargemiddeld magnetisch veld hoger is dan 0,4 microtesla. Hoewel na realisering zieh geen woningen meer in de magneetzone zullen bevinden stelt de Afdeling vast dat er nog wel 16 als gevoelig aan te merken tuinen in het gebied Tiggen. Daarmee is volgens de adviezen van 2005 en 2008 het aantal gevoelige bestemmingen niet toegenomen. Uitgangspunt in die adviezen is dat wijzigingen aan bestaande lijnen of bestemmingsplannen waardoor het aantal gevoelige bestemmingen in de speeifieke zone niet toeneemt, niet bezwaarlijk zijn. Omdat het aantal gevoelige bestemmingen niet is gewijzigd acht de Afdeling het beroep ongegrond.
-
-
-
-
14
-
-
78349235537
-
-
Het RIVM heeft een internetsite ontwikkeld (www.rivm.nl/ hoogspanningslijnen), waar opgezocht kan worden wat de indicatieve zone is van elke lijn in een provincie of gemeente. Als er sprake is van nieuwe streek- of bestemmingsplannen die met deze indicatieve zone overlappen, luidt het advies van de staatssecretaris om aan de hand van de bij net advies horende handreiking te bepalen wat de speeifieke zone is van de betreffende hoogspanningslijn. Als het nieuwe bestemmingsplan (of een bestaand plan dat wordt gewijzigd) met de speeifieke zone overlapt, adviseert de staatssecretaris om daarin geen of zo weinig mogelijk gevoelige bestemmingen te situeren. Bij nieuwe lijnen kan direct van de speeifieke zone worden uitgegaan
-
Het RIVM heeft een internetsite ontwikkeld (www.rivm.nl/ hoogspanningslijnen), waar opgezocht kan worden wat de indicatieve zone is van elke lijn in een provincie of gemeente. Als er sprake is van nieuwe streek- of bestemmingsplannen die met deze indicatieve zone overlappen, luidt het advies van de staatssecretaris om aan de hand van de bij net advies horende handreiking te bepalen wat de speeifieke zone is van de betreffende hoogspanningslijn. Als het nieuwe bestemmingsplan (of een bestaand plan dat wordt gewijzigd) met de speeifieke zone overlapt, adviseert de staatssecretaris om daarin geen of zo weinig mogelijk gevoelige bestemmingen te situeren. Bij nieuwe lijnen kan direct van de speeifieke zone worden uitgegaan. Bij de vaststelling van het tracé wordt geadviseerd om zo weinig mogelijk gevoelige bestemmingen in de speeifieke zone terecht te laten komen. Bij de planning van nieuwe gevoelige bestemmingen of hoogspanningslijnen moet op advies van de staatssecretaris worden onderzocht welke aanvullende maatregelen mogelijk zijn om de speeifieke zone te versmallen.
-
-
-
-
19
-
-
78349270287
-
-
Het advies geeft aan dat het RIVM een internetsite heeft ontwikkeld, waarop aangegeven wordt wat de indicatieve zones zijn van elke lijn in een provincie of gemeente. In de bijlage van het advies is verder een rekenmethode opgenomen hoe te bepalen wat de specifieke zone van de betreffende hoogspanningsleiding is. Van belang bij het berekenen van de specifieke zone is dat de stroom door een hoogspanningslijn sterk wisselt gedurende uur, dag, week en seizoen. Omdat de epidemiologische onderzoeken verband leggen tussen langdurige blootstelling en de mogelijke effecten op de gezondheid is ervoor gekozen de berekeningen te baseren op de over een jaargemiddelde waarde van de stroomsterkte
-
Het advies geeft aan dat het RIVM een internetsite heeft ontwikkeld, waarop aangegeven wordt wat de indicatieve zones zijn van elke lijn in een provincie of gemeente. In de bijlage van het advies is verder een rekenmethode opgenomen hoe te bepalen wat de specifieke zone van de betreffende hoogspanningsleiding is. Van belang bij het berekenen van de specifieke zone is dat de stroom door een hoogspanningslijn sterk wisselt gedurende uur, dag, week en seizoen. Omdat de epidemiologische onderzoeken verband leggen tussen langdurige blootstelling en de mogelijke effecten op de gezondheid is ervoor gekozen de berekeningen te baseren op de over een jaargemiddelde waarde van de stroomsterkte. Omdat de berekende zonebreedte ook voor de toekomst relevant moet zijn, is er tevens voor gekozen een bovengrens te schatten voor de in de toekomst te verwachten jaargemiddelde stroomsterkte. Deze schatting wordt gebaseerd op de stroomsterkte waarvoor het circuit is ontworpen en het over 2003 waargenomen gemiddelde. Als er sprake is van nieuwe plannen die met de deze indicatieve zones overlappen, is het advies om de specifieke zone van de betreffende lijn te bepalen. Bij nieuwe lijnen is geadviseerd direct van de specifieke zone uit te gaan. Het advies is om zo weinig mogelijk gevoelige bestemmingen in de specifieke zone te situeren. Tevens wordt geadviseerd bij de planning van nieuwe gevoelige bestemmingen of lijnen te onderzoeken welke aanvullende maatregelen mogelijk zijn om de specifieke zone te versmallen. Soms is een reductie van 20 tot 90% mogelijk. Hierop zijn uitzonderingen denkbaar voor kleinschalige concentrates van gevoelige bestemmingen, zoals apart gelegen bedrijfswoningen of boerderijen, aldus het advies.
-
-
-
-
20
-
-
78349303162
-
-
Dit wordt enerzijds gemotiveerd met het waarborgen van rechtszekerheid (bestaande situaties verdienen een redelijke termijn voordat nieuwe eisen gelden) en anderzijds vanuit de kosteneffectiviteit van maatregelen
-
Dit wordt enerzijds gemotiveerd met het waarborgen van rechtszekerheid (bestaande situaties verdienen een redelijke termijn voordat nieuwe eisen gelden) en anderzijds vanuit de kosteneffectiviteit van maatregelen.
-
-
-
-
21
-
-
78349287813
-
Magnetische velden van hoogspanningslijnen en leukemie bij kinderen
-
M. van der Plas, D.J.M. Houthuijs, A. Dusseldorp, R.M.J. Penders, M.J.M. Pruppers, 2001, 'Magnetische velden van hoogspanningslijnen en leukemie bij kinderen', RIVM rapport nr. 610050 007,
-
(2001)
RIVM Rapport
-
-
Van Der Plas, M.1
Houthuijs, D.J.M.2
Dusseldorp, A.3
Penders, R.M.J.4
Pruppers, M.J.M.5
-
22
-
-
78349259046
-
Pruppers, 'Blootstelling aan extreem laag frequente elektromagnetische velden van hoogspanningslijnen Herberekening naar aanleiding van het KEMA/RIVM-onderzoek naar de kosten en baten van maatregelen ter beperking van magnetische velden bij hoogspanningslijnen'
-
Bilthoven, RIVM
-
Bilthoven. M.J.M. Pruppers, 'Blootstelling aan extreem laag frequente elektromagnetische velden van hoogspanningslijnen - Herberekening naar aanleiding van het KEMA/RIVM-onderzoek naar de kosten en baten van maatregelen ter beperking van magnetische velden bij hoogspanningslijnen', Briefrapport 032/2003, Bilthoven, RIVM.
-
Briefrapport 032/2003
-
-
Bilthoven, M.J.M.1
-
25
-
-
78349260580
-
-
(RIVM, TNO, KEMA, Agentschap Telecom, de GGD'en, ZONMW)
-
Kennisplatform Elektromagnetische Velden, Kennisbericht 2009-004, p. 6. (RIVM, TNO, KEMA, Agentschap Telecom, de GGD'en, ZONMW).
-
Kennisplatform Elektromagnetische Velden, Kennisbericht 2009-004
, pp. 6
-
-
-
27
-
-
78349256777
-
Onzekerheden en aannames in kwantitatieve analyse gezondheidsrisico van hoogspanningslijnen
-
Universiteit Utrecht
-
A. de Jong, J.A. Wardekker, J.P. van der Sluijs, 'Onzekerheden en aannames in kwantitatieve analyse gezondheidsrisico van hoogspanningslijnen', Natuurwetenschap en Samenleving, Rapport NWS-E-2010-39, Universiteit Utrecht, 2010.
-
(2010)
Natuurwetenschap en Samenleving, Rapport NWS-E-2010-39
-
-
De Jong, A.1
Wardekker, J.A.2
Van Der Sluijs, J.P.3
-
28
-
-
78349273212
-
Voorzorg bij onzekere milieu-gezondheidsrisico's; het voorbeeld van elektromagnetische velden
-
(in druk)
-
E. Lebret en. J.P. van der Sluijs, 'Voorzorg bij onzekere milieu-gezondheidsrisico's; het voorbeeld van elektromagnetische velden', AV & S (in druk).
-
AV & S
-
-
Lebret, E.1
Van Der Sluijs, J.P.2
-
29
-
-
78349277045
-
-
Let us consider the biological effects of low-level radiation insults to the environment, in particular the genetic effects of low levels of radiation on mice. Experiments performed at high radiation levels show that the dose required to double the spontaneous mutation rate in mice is 30 roentgens of X-rays. Thus, if the genetic response, to X-radiation is linear, then a dose of 150 millirems would increase the spontaneous mutation rate in mice by 0.5 per cent. This is a matter of importance to public policy since the various standard-setting bodies had decided that a yearly dose of about 150 millirems (actually 170 millirems) to a suitably chosen segment of the population was acceptable. Now, to determine at the 95 per cent
-
"Let us consider the biological effects of low-level radiation insults to the environment, in particular the genetic effects of low levels of radiation on mice. Experiments performed at high radiation levels show that the dose required to double the spontaneous mutation rate in mice is 30 roentgens of X-rays. Thus, if the genetic response, to X-radiation is linear, then a dose of 150 millirems would increase the spontaneous mutation rate in mice by 0.5 per cent. This is a matter of importance to public policy since the various standard-setting bodies had decided that a yearly dose of about 150 millirems (actually 170 millirems) to a suitably chosen segment of the population was acceptable. Now, to determine at the 95 per cent, confidence level by a direct experiment whether 150 millirems will increase the mutation rate by 0.5 per cent, requires about 8,000,000,000 mice! Of course this number falls if one reduces the confidence level; at 60 per cent, confidence level, the number is 195,000,000. Nevertheless, the number is so staggeringly large that, as a practical matter, the question is unanswerable by direct scientific investigation."
-
-
-
-
31
-
-
78349272143
-
-
Weinberg noemt deze vraagstukken, die in theorie wel met de wetenschappelijke methode kunnen worden onderzocht maar die een schaal van onderzoek vragen die in de praktijk onmogelijk is, "trans scientific'
-
Weinberg noemt deze vraagstukken, die in theorie wel met de wetenschappelijke methode kunnen worden onderzocht maar die een schaal van onderzoek vragen die in de praktijk onmogelijk is, "trans scientific'.
-
-
-
-
33
-
-
78349270631
-
-
Bij een rijksinpassingsplan, dat gelijk te stellen is aan een bestemmingsplan, is de minister tot kostenverhaal verplicht
-
Bij een rijksinpassingsplan, dat gelijk te stellen is aan een bestemmingsplan, is de minister tot kostenverhaal verplicht.
-
-
-
-
34
-
-
78349289375
-
-
Dit zijn: 1. een bestemmingsplan; 2. een wijziging van een bestemmingsplan; 3. een projectbesluit of een projectbesluit in afwijking van een beheersverordening (na 1 oktober 2010 een omgevingsvergunning, waarbij met toepassing van art. 2.12, eerste lid, onder a, ten derde, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt afgeweken van een bestemmingsplan of beheersverordening), of; 4. een projectuitvoeringsbesluit, als bedoeld in art. 2.10 van de Crisis- en herstelwet
-
Dit zijn: 1. een bestemmingsplan; 2. een wijziging van een bestemmingsplan; 3. een projectbesluit of een projectbesluit in afwijking van een beheersverordening (na 1 oktober 2010 een omgevingsvergunning, waarbij met toepassing van art. 2.12, eerste lid, onder a, ten derde, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt afgeweken van een bestemmingsplan of beheersverordening), of; 4. een projectuitvoeringsbesluit, als bedoeld in art. 2.10 van de Crisis- en herstelwet.
-
-
-
-
35
-
-
78349291976
-
-
Ook de kosten van "aanleg van voorzieningen" in een exploitatiegebied die in het algemeen uit het oogpunt van volksgezondheid noodzakelijk zijn, zijn verhaalbaar, art. 6.2.4. sub c jo art. 6.2.5 onder i Bro. Gedacht is aan het aanbrengen van geluidsschermen, een monitoringssysteem bij bodemverontreiniging e.d. Bij hoogspanningsleidingen zijn "aan te leggen" voorzieningen niet goed denkbaar, tenzij daaronder ook het verwijderen van opstallen zou vallen
-
Ook de kosten van "aanleg van voorzieningen" in een exploitatiegebied die in het algemeen uit het oogpunt van volksgezondheid noodzakelijk zijn, zijn verhaalbaar, art. 6.2.4. sub c jo art. 6.2.5 onder i Bro. Gedacht is aan het aanbrengen van geluidsschermen, een monitoringssysteem bij bodemverontreiniging e.d. Bij hoogspanningsleidingen zijn "aan te leggen" voorzieningen niet goed denkbaar, tenzij daaronder ook het verwijderen van opstallen zou vallen.
-
-
-
-
36
-
-
78349270286
-
-
Bij het projectuitvoeringsbesluit gaat het anders, hetgeen hier verder buiten beschouwing wordt gelaten
-
Bij het projectuitvoeringsbesluit gaat het anders, hetgeen hier verder buiten beschouwing wordt gelaten.
-
-
-
-
37
-
-
78349246029
-
-
Ook de geraamde planschade kan worden verhaald
-
Ook de geraamde planschade kan worden verhaald.
-
-
-
-
38
-
-
78349251029
-
-
De inbrengwaarde van de grond is een kostenpost en maakt onderdeel uit van de exploitatieopzet in het exploitatieplan
-
De inbrengwaarde van de grond is een kostenpost en maakt onderdeel uit van de exploitatieopzet in het exploitatieplan.
-
-
-
-
39
-
-
78349248000
-
-
Ter voorbereiding van het Rijksinpassingsplan is een m.e.r. opgesteld met een beschrijving van de effecten van de hoogspanningsverbinding op het milieu. Los hiervan is voor het bepalen of een m.e.r.-plicht niet van belang of sprake is van een grensoverschrijdende hoogspanningsverbinding (of niet), HvJ EU 10 december 2009, C205/08, «JM» 2010, 34
-
Ter voorbereiding van het Rijksinpassingsplan is een m.e.r. opgesteld met een beschrijving van de effecten van de hoogspanningsverbinding op het milieu. Los hiervan is voor het bepalen of een m.e.r.-plicht niet van belang of sprake is van een grensoverschrijdende hoogspanningsverbinding (of niet), HvJ EU 10 december 2009, C205/08, «JM» 2010, 34.
-
-
-
-
40
-
-
78349247247
-
-
Te downloaden op
-
Te downloaden op: http://www.tennet.org/tennet/publicaties/corporate- brochures/randstad380.aspx.
-
-
-
-
41
-
-
78349270021
-
-
TenneT doet deze aanbiedingen gedurende een periode van twee jaar na ingebruikneming van de hoogspanningsverbinding. Deze geldt alleen voor diegenen die het betreffende object gebruiken op het moment van terinzagelegging van het ontwerp-rijksinspanningsplan. Als planschade wordt toegekend, komt deze in mindering op de aangeboden vergoeding
-
TenneT doet deze aanbiedingen gedurende een periode van twee jaar na ingebruikneming van de hoogspanningsverbinding. Deze geldt alleen voor diegenen die het betreffende object gebruiken op het moment van terinzagelegging van het ontwerp-rijksinspanningsplan. Als planschade wordt toegekend, komt deze in mindering op de aangeboden vergoeding.
-
-
-
-
42
-
-
78349278964
-
-
Deze objecten zijn - aldus de Regeling - strikt genomen niet nodig voor de aanleg en instandhouding van de hoogspanningsverbinding
-
Deze objecten zijn - aldus de Regeling - strikt genomen niet nodig voor de aanleg en instandhouding van de hoogspanningsverbinding.
-
-
-
-
43
-
-
78349257182
-
-
Voorzieningenrechter ABRvS 11 februari 2010, 200908100/2/R1
-
Voorzieningenrechter ABRvS 11 februari 2010, 200908100/2/R1.
-
-
-
-
44
-
-
78349294663
-
Het voorzorgsbeginsel, Het voorzorgsbeginsel hoort in de Grondwet thuis
-
Zie
-
Zie: G.H. de Vries en I. Verhoeven, 'Het voorzorgsbeginsel, Het voorzorgsbeginsel hoort in de Grondwet thuis', THEMIS 2009-3, p. 96-98.
-
(2003)
THEMIS
, pp. 96-98
-
-
De Vries, G.H.1
Verhoeven, I.2
-
45
-
-
78349265847
-
-
Daarmee is overigens niet gezegd dat het niet wenselijk is om het voorzorgsbeginsel te codificeren
-
Daarmee is overigens niet gezegd dat het niet wenselijk is om het voorzorgsbeginsel te codificeren.
-
-
-
-
46
-
-
78349242603
-
Juridische afbakening van het voorzorgsbeginsel: Mogelijkheden en grenzen, Gezondheidsraad
-
W.Th. Douma, diss. 2003
-
M. Faure en E. Vos, Juridische afbakening van het voorzorgsbeginsel: mogelijkheden en grenzen, Gezondheidsraad 2003, p. 144. W.Th. Douma, The Precautionary principle: its application in International, European and Dutch Law, diss. 2003.
-
(2003)
The Precautionary Principle: Its Application in International, European and Dutch Law
, pp. 144
-
-
Faure, M.1
Vos, E.2
-
47
-
-
78349242602
-
Het voorzorgprincipe in de drinkwatervoorziening, in: Bij twijfel (niet) doen?
-
VMR, C. Backes (red.), Deventer 1997 2013
-
J.F.M. Versteegh, 'Het voorzorgprincipe in de drinkwatervoorziening', in: Bij twijfel (niet) doen?, VMR, 2009-3, p. 11-13. C. Backes (red.), Het voorzorgsbeginsel in het natuurbeschermingsrecht, Deventer 1997.
-
(2009)
Het Voorzorgsbeginsel in Het Natuurbeschermingsrecht
, pp. 11-13
-
-
Versteegh, J.F.M.1
-
48
-
-
78349265465
-
-
Hetzelfde geldt ten aanzien van het in het verkeer brengen van een product waaraan onzekere risico's zijn verbunden
-
Hetzelfde geldt ten aanzien van het in het verkeer brengen van een product waaraan onzekere risico's zijn verbunden.
-
-
-
-
49
-
-
78349272144
-
Dit is onder meer vertaald in een norm voor het plaatsgebonden risico rond chemische installaties en een norm voor het groepsrisico, Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen
-
In het externe veiligheidsbeleid is het vastgestelde maximaal toelaatbaar risiconiveau (MTR) basis om van het preventiebeginsel uit te gaan
-
In het externe veiligheidsbeleid is het vastgestelde maximaal toelaatbaar risiconiveau (MTR) basis om van het preventiebeginsel uit te gaan. Dit is onder meer vertaald in een norm voor het plaatsgebonden risico rond chemische installaties en een norm voor het groepsrisico, Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen, BEVI, Stb. 2004, 250.
-
(2004)
BEVI, Stb.
, pp. 250
-
-
-
51
-
-
0346964456
-
Déjá Vu. Het voorzorgsbeginsel en de aansprakelijkheid voor onbekende gevaren
-
W.Th. Braams, 'Déjá Vu. Het voorzorgsbeginsel en de aansprakelijkheid voor onbekende gevaren', TMA 2003/6, p. 147-150.
-
(2003)
TMA
, pp. 147150
-
-
Braams, W.T.1
-
52
-
-
78349240835
-
Het risicobegrip vanuit het perspectief van het milieuaansprakelijkheidsrecht
-
B. Wissink en j. Bouma (red), Den Haag
-
J.M. van Dunné, Het risicobegrip vanuit het perspectief van het milieuaansprakelijkheidsrecht, in: B. Wissink en j. Bouma (red), Perspectieven op milieurisico's (WRR werkdocument W1280), Den Haag 2002, p. 103-141.
-
(2002)
Perspectieven Op Milieurisico's (WRR Werkdocument W1280)
, pp. 103-141
-
-
Van Dunné, J.M.1
-
53
-
-
78349232502
-
Onzekere voorzorg bedreigt rechtszekerheid
-
R.J. Pieterman, J.C. Hanekamp en L. Bergkamp, 'Onzekere voorzorg bedreigt rechtszekerheid', NJB 2006, 2, p. 2-8.
-
(2006)
NJB
, vol.2
, pp. 2-8
-
-
Pieterman, R.J.1
Hanekamp, J.C.2
Bergkamp, L.3
-
54
-
-
78349268069
-
-
HR 5 november m.nt. GJS
-
HR 5 november 1965, NJ 1965, 136, m.nt. GJS.
-
(1965)
NJ
, pp. 136
-
-
-
55
-
-
78349239401
-
Het WRR-rapport onzekere veiligheid: Een welkome stap voorwaarts
-
J. Spier, 'Het WRR-rapport onzekere veiligheid: een welkome stap voorwaarts', NJB 2008, 1971, p. 2521-2525.
-
(1971)
NJB 2008
, pp. 2521-2525
-
-
Spier, J.1
-
56
-
-
0346792194
-
Voorzorgsaansprakelijkheid: Naar een Post-Normale jurisprudentie?
-
L. Bergkamp en J.C. Hanekamp, 'Voorzorgsaansprakelijkheid: naar een Post-Normale jurisprudentie?', AV & S, 2003-4, p. 123-126.
-
(2003)
AV & S
, pp. 123-126
-
-
Bergkamp, L.1
Hanekamp, J.C.2
-
57
-
-
78349249899
-
Anticiperen op nieuwe gezondheidsrisico's
-
W.H. van Boom, Anticiperen op nieuwe gezondheidsrisico's, AV& S 2001-1, p. 10.
-
(2001)
AV& S
, pp. 10
-
-
Van Boom, W.H.1
-
58
-
-
78349265846
-
Lees maar, er Staat niet wat er Staat. Over natronloog en het voorzorgsbeginsel, ofwel: De ene onzekerheid is de andere niet
-
L.F. Wiggers-Rust, 'Lees maar, er Staat niet wat er Staat. Over natronloog en het voorzorgsbeginsel, ofwel: de ene onzekerheid is de andere niet', TMA 2004/4, p. 37.
-
(2004)
TMA
, pp. 37
-
-
Wiggers-Rust, L.F.1
-
59
-
-
78349248383
-
Voorzorg: Beginsel in het aansprakelijkheidsrecht?
-
S. Franken, 'Voorzorg: beginsel in het aansprakelijkheidsrecht?, NJB 2008, 33, p. 2060.
-
(2008)
NJB
, vol.33
, pp. 2060
-
-
Franken, S.1
-
60
-
-
78349288590
-
Events are in the saddle... The terrible ifs accumulate
-
N. Vloemans, 'Events are in the saddle....the terrible ifs accumulate', AV & S 2010-1, 2.
-
AV & S
, vol.2
, pp. 2010-2011
-
-
Vloemans, N.1
-
61
-
-
78349254729
-
-
Hof Amsterdam 22 december 2009, nr. 200.001.753 (er is geen cassatie ingesteld)
-
Hof Amsterdam 22 december 2009, nr. 200.001.753 (er is geen cassatie ingesteld).
-
-
-
-
63
-
-
78349296519
-
-
Asser-Hartkamp 1-3* 2008, nr. 113
-
Asser-Hartkamp 1-3* 2008, nr. 113 en
-
-
-
-
64
-
-
78349244923
-
Impact van door het Europees Hof van Justitie ontwikkelde algemene beginselen op privaatrechtelijke verhoudingen
-
A.S. Hartkamp, C.H. Sieburg, L.A.D. Keus, Algemeen Deel 2007
-
W. Devroe, 'Impact van door het Europees Hof van Justitie ontwikkelde algemene beginselen op privaatrechtelijke verhoudingen', p. 171-1 77, in: A.S. Hartkamp, C.H. Sieburg, L.A.D. Keus, De invloed van het Europees recht op het Nederlands privaatrecht, Deventer, Algemeen Deel 2007.
-
De Invloed Van Het Europees Recht Op Het Nederlands Privaatrecht, Deventer
, vol.77
, pp. 171-171
-
-
Devroe, W.1
-
65
-
-
78349274680
-
-
De vraag of nadeelcompensatie/schadevergoeding terecht is afgewezen laten we buiten beschouwing
-
De vraag of nadeelcompensatie/schadevergoeding terecht is afgewezen laten we buiten beschouwing.
-
-
-
-
66
-
-
78349252399
-
-
EVRM 27 januari 2009, appl. Nr. 67021/01, NJB 2009, 703, AB, 2009, 285, m.nt
-
EVRM 27 januari 2009, appl. Nr. 67021/01, NJB 2009, 703, AB, 2009, 285, m.nt.
-
-
-
-
68
-
-
78349253951
-
-
Peeters, M & R 2009, 43 m.nt. Kamminga
-
Peeters, M & R 2009, 43 m.nt. Kamminga.
-
-
-
-
69
-
-
78349289734
-
De betekenis van het voorzorgsbeginsel voor de Nederlandse (milieu)rechtspraktijk
-
Zie verder tevens: Groningen
-
Zie verder tevens: T. Barkhuysen en F. Onrust, 'De betekenis van het voorzorgsbeginsel voor de Nederlandse (milieu)rechtspraktijk', in: Kansen in het omgevingsrecht, Groningen, p. 47-76.
-
Kansen in Het Omgevingsrecht
, pp. 47-76
-
-
Barkhuysen, T.1
Onrust, F.2
-
70
-
-
78349296518
-
-
Deventer
-
T. Barkhuysen, M. van Emmerik, H. Ploeger, De eigendomsbescherming van artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM en het Nederlands burgerlijk recht, Deventer, 2005, p. 10 e.v.
-
(2005)
De Eigendomsbescherming Van Artikel 1 Van Het Eerste Protocol Bij Het EVRM en Het Nederlands Burgerlijk Recht
, pp. 10
-
-
Barkhuysen, T.1
Van Emmerik, M.2
Ploeger, H.3
-
71
-
-
67949100325
-
Grundrechten en civiele aansprakelijkheid, van Zutphen tot Europa
-
A.S.
-
E.H. Hulst, 'Grundrechten en civiele aansprakelijkheid, van Zutphen tot Europa', TMA 2009, 1, p. 4-14. A.S.
-
(2009)
TMA
, vol.1
, pp. 4-14
-
-
Hulst, E.H.1
-
73
-
-
78349248750
-
-
Vgl. Asser- Hartkamp 3-1* 2008, nr. 184
-
Vgl. Asser- Hartkamp 3-1* 2008, nr. 184.
-
-
-
-
74
-
-
78349272872
-
-
HR 5 november 1965, NJ 1965, 136 m.nt. GJS
-
HR 5 november 1965, NJ 1965, 136 m.nt. GJS.
-
-
-
-
75
-
-
78349286072
-
-
HR 8 januari 1982, N/1982, 614 m.nt. CJHB
-
HR 8 januari 1982, N/1982, 614 m.nt. CJHB.
-
-
-
-
76
-
-
78349257901
-
Lees maar, er Staat niet wat er Staat. Over natronloog en het voorzorgsbeginsel, ofwel: De ene onzekerheid is de andere niet
-
Zie ook: L.F. Wiggers-Rust, 'Lees maar, er Staat niet wat er Staat. Over natronloog en het voorzorgsbeginsel, ofwel: de ene onzekerheid is de andere niet', TMA 2004/4, p. 40.
-
(2004)
TMA
, vol.4
, pp. 40
-
-
-
77
-
-
78349235536
-
-
17 december NJ 2006, 147 m.nt
-
HR 17 december 2004, NJ 2006, 147 m.nt. CJHB.
-
(2004)
CJHB
-
-
-
78
-
-
78349239400
-
-
25 november M.nt
-
HR 25 november 2005, NJ 2009, 103 m.nt. I. Giesen.
-
(2005)
NJ 2009
, vol.103
-
-
-
79
-
-
78349239021
-
-
Dat geldt ook als het om opstalaansprakelijkheid gaat, zie: HR 15 juni NJ 2002, 336 m.nt. CHJB; over dit arrest tevens: L.J. Smale, TMA 2001-5
-
Dat geldt ook als het om opstalaansprakelijkheid gaat, zie: Gemeente Almelo-Wessels, HR 15 juni 2001, NJ 2002, 336 m.nt. CHJB; over dit arrest tevens: L.J. Smale, TMA 2001-5, p. 109-113.
-
(2001)
Gemeente Almelo-Wessels
, pp. 109-113
-
-
-
80
-
-
78349259438
-
-
De Hoge Raad oordeelde daarin dat de opstal onder de gegeven omstandigheden aan de eisen voldeed, nu het geoorloofd is om opstallen met asbesthoudende dakbedekking te bezitten, waarbij de kans op vrijkomend asbestmateriaal gering is. Dat de kans op het vrijkomen van asbesthoudend materiaal zeer gering is, blijkt volgens de Hoge Raad uit drie omstandigheden: 1. de enkele aanwezigheid van het asbest is op zichzelf niet schadelijk voor de gezondheid; 2. buiten het geval van brand zijn de opstallen niet gevaarlijk voor personen of zaken; 3. bovendien was niet gesteld of gebleken dat door een bijzonder gebruik van de opstallen of anderszins in verhoogde mate rekening gehouden dient te worden met het risico van brand, waardoor asbestdeeltjes vrij zouden komen
-
De Hoge Raad oordeelde daarin dat de opstal onder de gegeven omstandigheden aan de eisen voldeed, nu het geoorloofd is om opstallen met asbesthoudende dakbedekking te bezitten, waarbij de kans op vrijkomend asbestmateriaal gering is. Dat de kans op het vrijkomen van asbesthoudend materiaal zeer gering is, blijkt volgens de Hoge Raad uit drie omstandigheden: 1. de enkele aanwezigheid van het asbest is op zichzelf niet schadelijk voor de gezondheid; 2. buiten het geval van brand zijn de opstallen niet gevaarlijk voor personen of zaken; 3. bovendien was niet gesteld of gebleken dat door een bijzonder gebruik van de opstallen of anderszins in verhoogde mate rekening gehouden dient te worden met het risico van brand, waardoor asbestdeeltjes vrij zouden komen.
-
-
-
-
81
-
-
78349288178
-
-
Zie voor dezelfde casus: HR 7 november 2003, NJ
-
Zie voor dezelfde casus: Gemeente Wateringen-G.I.K. Beheer, HR 7 november 2003, NJ 2004, 393.
-
(2004)
Gemeente Wateringen-G.I.K. Beheer
, pp. 393
-
-
-
83
-
-
78349288179
-
-
Wij hebben de methode van de beoordeling van de onzekere risico's niet nader bekeken. Dit voorbeeld geeft slechts aan dat door de particuliere nutsbedrijven een innovatieslag is gemaakt
-
Wij hebben de methode van de beoordeling van de onzekere risico's niet nader bekeken. Dit voorbeeld geeft slechts aan dat door de particuliere nutsbedrijven een innovatieslag is gemaakt.
-
-
-
-
84
-
-
0004106835
-
Late lessons from earlywarnings: The precautionary principle 1896-2000
-
European Environment Agency, Copenhagen, Denmark
-
European Environment Agency, 'Late Lessons from EarlyWarnings: The Precautionary Principle 1896-2000', European Environment Agency, Copenhagen, Denmark, 2001.
-
(2001)
European Environment Agency
-
-
-
86
-
-
78349236671
-
-
Voor het aannemen van causaal verband moet in beginsel sprake zijn van een conditio sine qua non-verband, waarna de vraag naar toerekening naar redelijkheid volgt. Het c.s.q.n-verband moet aan de hand van objectieve maatstaven worden vastgesteld. Het moet aannemelijk zijn dat in het algemeen de schade kan zijn veroorzaakt
-
Voor het aannemen van causaal verband moet in beginsel sprake zijn van een conditio sine qua non-verband, waarna de vraag naar toerekening naar redelijkheid volgt. Het c.s.q.n-verband moet aan de hand van objectieve maatstaven worden vastgesteld. Het moet aannemelijk zijn dat in het algemeen de schade kan zijn veroorzaakt.
-
-
-
-
87
-
-
0346792200
-
-
De omkeringsregeling van de bewijslast als uitzondering op art. 150 Rv schiet bij een ontbreken van een c.s.q.n-verband te hulp; zie hierover: Deventer
-
De omkeringsregeling van de bewijslast als uitzondering op art. 150 Rv schiet bij een ontbreken van een c.s.q.n-verband te hulp; zie hierover: E. Bauw en E.H.P. Brans, Milieuprivaatrecht, Deventer, 2003, p. 219-238.
-
(2003)
Milieuprivaatrecht
, pp. 219-238
-
-
Bauw, E.1
Brans, E.H.P.2
-
88
-
-
78349243771
-
-
Verder zijn er diverse leerstukken die een uitzondering op de eis van het c.s.q.n.-verband vormen: art. 6:166 BW (groepsaansprakelijkheid), art. 6:99 BW BW (alternatieve causaliteit), art. 6:102 BW (hoofdelijke aansprakelijkheid). Zie hierover Brunner onder het DES-arrest, HR 9 oktober 2002, NJ 1994, 535 m.nt. CHJB. Zeker bij de problematiek van onzekere risico's zijn er meerdere, samenwerkende of afzonderlijke oorzaken in het spel. Bij kinderleukemie en hoogspanningslijnen is bijvoorbeeld een extra complicatie dat de oorzaken van kinderleukemie nog slecht begrepen zijn en dat hooguit de helft van het totaal aantal gevallen van kinderleukemie dat optreedt bij kinderen die levenslang binnen de 0,4 microteslazone hebben gewoond (mogelijk) toe te schrijven is aan die hoogspanningslijnen (het relatieve risico in de 0,4 microteslazone is twee
-
Verder zijn er diverse leerstukken die een uitzondering op de eis van het c.s.q.n.-verband vormen: art. 6:166 BW (groepsaansprakelijkheid), art. 6:99 BW BW (alternatieve causaliteit), art. 6:102 BW (hoofdelijke aansprakelijkheid). Zie hierover Brunner onder het DES-arrest, HR 9 oktober 2002, NJ 1994, 535 m.nt. CHJB. Zeker bij de problematiek van onzekere risico's zijn er meerdere, samenwerkende of afzonderlijke oorzaken in het spel. Bij kinderleukemie en hoogspanningslijnen is bijvoorbeeld een extra complicatie dat de oorzaken van kinderleukemie nog slecht begrepen zijn en dat hooguit de helft van het totaal aantal gevallen van kinderleukemie dat optreedt bij kinderen die levenslang binnen de 0,4 microteslazone hebben gewoond (mogelijk) toe te schrijven is aan die hoogspanningslijnen (het relatieve risico in de 0,4 microteslazone is twee. D.w.z. binnen de hoogspanningszone komt kinderleukemie twee keer vaker voor dan bij een even grote groep kinderen buiten die zone). Aan de leukemie zelf is niet te zien waardoor deze is veroorzaakt. Andere factoren die in diverse literatuur in verband gebracht zijn met kinderleukemie zijn onder meer ioniserende straling, nachtelijke blootstelling aan licht, luchtverontreiniging en genetische aanleg. Ook kunnen factoren zijn: rokende ouders, gebruik van medicijnen, alcohol of drugs door de moeder tijdens de zwangerschap. De factoren kunnen elkaar onderling versterken. Te verwachten is dan ook dat een beroep op genoemde leerstukken onder meer een uitkomst moet bieden.
-
-
-
-
90
-
-
78349235156
-
-
HR 25 juni 1993, NJ 1993, volgt dat aansprakelijkheid wordt aangenomen als iemand tekort schiet in zijn zorgplicht ten aanzien van bekende risico's en voor zover daarmee de kans op het realiseren van onbekende risico's hiermee aanmerkelijk is vergroot
-
Uit het Cijsouw-De Scheide arrest, HR 25 juni 1993, NJ 1993, 686, volgt dat aansprakelijkheid wordt aangenomen als iemand tekort schiet in zijn zorgplicht ten aanzien van bekende risico's en voor zover daarmee de kans op het realiseren van onbekende risico's hiermee aanmerkelijk is vergroot.
-
Uit Het Cijsouw-De Scheide Arrest
, pp. 686
-
-
-
91
-
-
78349302077
-
-
Vgl. W. Devroe, a.w., p. 176, die zieh in het kader van produetaansprakelijkheid kan voorstellen dat het voorzorgsbeginsel als algemeen beginsel van gemeenschapsrecht wordt ingeroepen en waarbij een beroep op de stand van de wetenschappelijke en technische kennis de producent niet toekomt omdat dit niet langer in het licht van het voorzorgsbeginsel volstaat. Dat beginsel verzwaart de bewijslast en de aansprakelijkheid van de producent, nu het bijzondere waakzaamheid vereist telkens wanneer "op basis van objectieve gegevens niet kan worden uitgesloten dat het product significante gevolgen heeft" op het vlak van, per hypothese, de veiligheid van de consument
-
Vgl. W. Devroe, a.w., p. 176, die zieh in het kader van produetaansprakelijkheid kan voorstellen dat het voorzorgsbeginsel als algemeen beginsel van gemeenschapsrecht wordt ingeroepen en waarbij een beroep op de stand van de wetenschappelijke en technische kennis de producent niet toekomt omdat dit niet langer in het licht van het voorzorgsbeginsel volstaat. Dat beginsel verzwaart de bewijslast en de aansprakelijkheid van de producent, nu het bijzondere waakzaamheid vereist telkens wanneer "op basis van objectieve gegevens niet kan worden uitgesloten dat het product significante gevolgen heeft" op het vlak van, per hypothese, de veiligheid van de consument.
-
-
-
|