The Immunization of Cattle against Rinderpest in Eighteenth-Century Europe

Medical History

Volumn 41, Issue 2, 1997, Pages 182-196

  Huygelen, C ^a  

^a NONE   (Belgium)

Author keywords

[No Author keywords available]

Indexed keywords

ANIMAL; ANIMAL DISEASE; ARTICLE; CATTLE; CATTLE DISEASE; EUROPE; HISTORY; IMMUNIZATION;

ANIMALS; CATTLE; CATTLE DISEASES; EUROPE; HISTORY, 18TH CENTURY; IMMUNIZATION; RINDERPEST;

EID: 0031112965     PISSN: 00257273     EISSN: None     Source Type: Journal    
DOI: 10.1017/S0025727300062372     Document Type: Article

References (89)

1. Kazuya Yamanouchi, 'Comparative aspects of pathogenicity of measles, canine distemper and rinderpest viruses', Japan. J. med. Sci. Biol., 1980, 33: 41-66.
2. G R Scott, 'Rinderpest virus', in Z Dinter and B Morein (eds), Virus infections of ruminants, Amsterdam, Elsevier, 1990, p. 343.
3. Léon Moulé, 'Du rôle des médecins dans la lutte contre les épizooties au XVIIIe siècle. Première partie. Peste bovine', Compt. Rendus 2e Congr. int. Hist. Méd., Paris 1921. Evreux, Ch. Hérissey, 1922, pp. 237-74. In this article the author gives a long, though still very incomplete list of the leaders of medical opinion involved in rinderpest research with brief biographies and short descriptions of their work in this field.
4. Lise Wilkinson, 'Rinderpest and mainstream infectious disease concepts in the eighteenth century', Med. Hist., 1984, 28: 129-50.
5. Bernardino Ramazzini, De contagiosa epidemia, quae in Patavino agro, et tota fere Veneta ditione in boves irrepsit, Padua, Conzatti, 1712.
6. Giovanni Maria Lancisi, Dissertationes historicae de bovilla peste, Rome, Salvieni, 1715.
7. Francis Home, Medical facts and experiments, London, A Miller, 1759.
8. G Theves, 'De la "maladie des bêtes à cornes" au Duché de Luxembourg pendant le XVIIIe siècle. Traitement et prophylaxie', Ann. Méd. vét., 1994, 138: 81-8, and Angela von den Driesch, Geschichte der Tiermedizin, Munich, Callwey, 1989, p. 180.
9. G Theves, 'De la "maladie des bêtes à cornes" au Duché de Luxembourg pendant le XVIIIe siècle. Traitement et prophylaxie', Ann. Méd. vét., 1994, 138: 81-8, and Angela von den Driesch, Geschichte der Tiermedizin, Munich, Callwey, 1989, p. 180.
10. Genevieve Miller, The adoption of inoculation for smallpox in England and France, Philadelphia, University of Pennsylvania Press, 1957, p. 168. See also Roy Porter, 'Lay medical knowledge in the eighteenth century: the evidence of the Gentleman's Magazine', Med. Hist., 1985, 29: 138-68, and idem, 'Laymen, doctors and medical knowledge in the eighteenth century: the evidence of the Gentleman's Magazine', in Roy Porter (ed.), Patients and practitioners, Cambridge University Press, 1985.
11. Genevieve Miller, The adoption of inoculation for smallpox in England and France, Philadelphia, University of Pennsylvania Press, 1957, p. 168. See also Roy Porter, 'Lay medical knowledge in the eighteenth century: the evidence of the Gentleman's Magazine', Med. Hist., 1985, 29: 138-68, and idem, 'Laymen, doctors and medical knowledge in the eighteenth century: the evidence of the Gentleman's Magazine', in Roy Porter (ed.), Patients and practitioners, Cambridge University Press, 1985.
12. Genevieve Miller, The adoption of inoculation for smallpox in England and France, Philadelphia, University of Pennsylvania Press, 1957, p. 168. See also Roy Porter, 'Lay medical knowledge in the eighteenth century: the evidence of the Gentleman's Magazine', Med. Hist., 1985, 29: 138-68, and idem, 'Laymen, doctors and medical knowledge in the eighteenth century: the evidence of the Gentleman's Magazine', in Roy Porter (ed.), Patients and practitioners, Cambridge University Press, 1985.
13. Letter signed T.S., Gentleman's Mag., 1754, 24: 493.
14. Letter to Mr Urban, Gentleman's Mag., 1754, 24: 549.
15. Alois Kohl, Encyklopädie der gesammten Thierheilkunde, Vienna and Leipzig, M Perles, 1891, vol. 8, p. 468.
16. Stephanus Weszprémi, Tentamen de inoculanda peste, London, J Tuach, 1755.
17. Home, op. cit., note 7 above.
18. Johann Christian Polykarp Erxleben, Praktischer Unterricht in der Vieharzneykunst, Göttingen and Gotha, J C Dieterich, 1771, p. 205-23.
19. Claus Dethloff von Oertzen, Oeffentliche Bekanntmachung der nunmehr sattsam erprobten und in Mecklenburg allgemein gewordenen Inoculation der Rindviehseuche, Hamburg, C W Meyn, 1779.
20. Corneel Nozeman, Agge Roskam Kool and Jan Tak, Eerste proefneeming over de uitwerkingen van de inentinge der besmettende ziekte in het rundvee gedaan in de Beverwijk, Amsterdam, K van der Sys and K de Veer, 1755.
21. O.O.: Letter from Amsterdam, Gentleman's Mag. 1755, 25: 160.
22. M W Schwencke, 'Letter on the subject of inoculating horned cattle', Gentleman's Mag., 1755, 25: 464.
23. M W Schwencke, 'Proeven op het vee door inenting', Bremisches Mag. zur Ausbreitung der Wissensch., 1757, 1(47): 406, quoted by Camper, op. cit., note 31 below, p. 62.
24. M W Schwencke, 'Proeven op het vee door inenting', Bremisches Mag. zur Ausbreitung der Wissensch., 1757, 1(47): 406, quoted by Camper, op. cit., note 31 below, p. 62.
25. Ibid.
26. Daniel Peter Layard, 'A discourse on the usefulness of inoculation of the horned cattle to prevent the contagious distemper among them', Philos. Trans., 1759, 50: 11.
27. Idem, Essay on the nature, causes, and cure of the contagious distemper among the horned cattle, London, Rivington, 1757.
28. Charles F Mullett, 'The cattle distemper in mid-eighteenth century England', Agric. Hist., 1946, 20: 144-65.
29. Eelko Alta, Verhandeling over de natuurlijke oorzaken der ziekte onder het rundvee, Leeuwarden, W Wigeri, 1765.
30. Miller, op. cit., note 9 above, pp. 100-33; Jean- François de Raymond, Querelle de l'inoculation, Paris, J Vrin, 1982, pp. 55-6; Jan Willem Buisman, Tussen vroomheid en Verlichting, Zwolle, Waanders, 1992, pp. 129-55.
31. Miller, op. cit., note 9 above, pp. 100-33; Jean-François de Raymond, Querelle de l'inoculation, Paris, J Vrin, 1982, pp. 55-6; Jan Willem Buisman, Tussen vroomheid en Verlichting, Zwolle, Waanders, 1992, pp. 129-55.
32. Miller, op. cit., note 9 above, pp. 100-33; Jean- François de Raymond, Querelle de l'inoculation, Paris, J Vrin, 1982, pp. 55-6; Jan Willem Buisman, Tussen vroomheid en Verlichting, Zwolle, Waanders, 1992, pp. 129-55.
33. J Grashuis, 'Berigt van de in-enting der besmettelijke ziekte onder het rund- vee', Uitgezogte Verhandelingen uit de Nieuwste Werken van de Societeiten der Wetenschappen in Europa, 1758, 3: 246-51.
34. Eelko Alta, Nodige raadgevingen aan overheden en ingezetenen dewelke in het bijzonder voor den boer in deeze akelige omstandigheden, waar in het vaderland zig door de ziekte van het rundvee thans bevind, van zeer veel nut kunnen zijn, Leeuwarden, H A de Chalmot, 1769.
35. J Engelman, 'Nader verhandeling over de rundveesterfte betreklijk tot de waarneemingen vervat in't VI de deel, II e stuk', Verhand. Holl. Maatsch. Wetenschap., 1763, 7: 247-318.
36. A Lange, 'Petrus Camper (1722-1789) en zijn betekenis voor de diergeneeskunde', Argos, 1990, no. 2: 27-9.
37. Pieter Camper, Lessen over de thans zweevende veesterfte openlijk gehouden . . . in het Theatrum Anatomicum te Groningen, Leeuwarden, H A de Chalmot, 1769.
38. W van Doeveren, 'Raadgevingen om de inentinge der ziekte van't rundvee, op eene gemakkelijke, onkostbare en voordeelige manier te doen', in Eduard Sandifort (ed.), Natuur- en Geneeskundige Bibliotheek, s'Gravenhage, P van Cleef, 1769, vol. 6, pp. 436-42.
39. Petrus Camper and Wynold Munniks, Voorloper van waarneemingen omtrent den uitslag van de inëntinge der besmettelijke veeziekte, Leeuwarden, H A de Chalmot, 1769.
40. G J Schutt, E J Römer, P van Lanckom and G Greeve, Brief aan den Hoog Geleerden Heere Petrus Camper beheizende eenige proeven omtrent de inëntinge der besmettelijke veeziekte, genomen in de Vrijheid van Utrecht, Utrecht, G B Timon van Paddenburg, 1770.
41. Johan Spruit, 'Brief van den Heer Joh. Spruit, Heelmeester te Nichtwegt, aan den Schrijver, beheizende eenige waarneemingen over de inenting van de ziekte der runderen', in Sandifort, op. cit., note 32 above, p. 899.
42. J de Vries, 'De bestrijding van de runderpest in Friesland gedurende de 18 de eeuw', Argos, 1994, no. 10: 315-23.
43. H Vink, Lessen over de herkauwing der runderen en tans woedende veeziekte, Rotterdam, Arrenberg, 1770, pp. 86-101.
44. A van der Schaaf, 'Geert Reinders (1737-1815). A founder of the practical application of immunology in the fight against infectious diseases in animals', Hist. Med. vet., 1978, 3: 89-98, and L H Bruins, Geert Reinders, Leven en werk van de grondlegger van de immunologie, Assen, van Gorcum, 1951.
45. A van der Schaaf, 'Geert Reinders (1737-1815). A founder of the practical application of immunology in the fight against infectious diseases in animals', Hist. Med. vet., 1978, 3: 89-98, and L H Bruins, Geert Reinders, Leven en werk van de grondlegger van de immunologie, Assen, van Gorcum, 1951.
46. R D Brown, 'Rinderpest immunity in calves - a review', Bull, epizoot. Dis. Afr. 1958, 6: 127-33; W Plowright, 'Rinderpest virus', in S Gard, C Hallauer and K F Meyer (eds), Virology Monographs No. 3, Vienna and New York, Springer, 1968.
47. R D Brown, 'Rinderpest immunity in calves - a review', Bull, epizoot. Dis. Afr. 1958, 6: 127-33; W Plowright, 'Rinderpest virus', in S Gard, C Hallauer and K F Meyer (eds), Virology Monographs No. 3, Vienna and New York, Springer, 1968.
48. Geert Reinders, Brief aan den Wel Edelen Hooggeleerden Heere Petrus Camper en aan . . . Wyn. Munnicks weegens eene voorname ontdekkinge door inentinge op het rundvee gedaan, Groningen, L Huisingh, 1774.
49. Idem, Waarneemingen en proeven meest door inëntinge op het rundvee gedaan, dienende ten bewijze, dot wij onze kalvers van gebeterde koejen geboren, door inëntinge tegen de veepest kunnen beveiligen, Groningen, L Huisingh, 1776 (reprinted 1777).
50. 2.2 could sometimes be infected, sometimes not.
51. Johan Hendrick Stolte, Schreiben wegen Einimpfung des jungen Rindviehes, dated 1 November 1777 and published with Schumacher's book, see note 53 below.
52. Geert Reinders, Bericht uit Holland, Friesland en de provintie van Stad en Lande, wegens de inenting der kalveren van gebeterde koejen voor den jaare 1776, Groningen, L Huisingh, 1777.
53. Eelko Alta, 'Bericht van de inënting der kalveren', Verhand. Maatsch. ter bevordering van den Landbouw, Amsterdam, 1780, 2 (1ste stuk): 125-64.
54. J M G van der Poel, Heren en Boeren, Wageningen, Veenman, 1949.
55. Van der Schaaf, op. cit., note 38 above.
56. Geert Reinders, Conditien op welke de Inëntings Societeit, te Garnwert opgeregt, presenteert, kalveren welke van de besmettelijke veeziekte zijn gebeterd, te leveren, tegens ongebeterde kalvers, Garnwert, 16 June 1778 (published as a supplement to his earlier book, see note 41 above).
57. Petrus Camper, 'Mémoire sur l'épizootie de la Hollande', Soc. roy. Méd., 12 Aug. 1777.
58. Petrus Camper, 'Ueber die wahre und eigentliche Ursache der Krankheiten, die unter dem grossen und kleinen Viehe als ansteckende Seuchen, wüthen', Beschäft, d. Berlinischen Gesellsch. Naturforsch. Freunde, 1779, 4: 95-166.
59. R Forsten, De vee-pest welke zich in het Quartier van Nymegen geopenbaart heeft . . . waar bij gevoegd is voorbehoed en geneeskundig advys over dezelve vee- pest, uitgebragt door de Geneeskundige Faculteit te Harderwyk, Arnhem, van Goor, 1797.
60. Von Oertzen, op. cit., note 16 above.
61. W Schumacher, Die sichersten Mittel wider die Gefahr beym Eintritte der Rindvieseuche aus Erfahrungen und Urkunden bestätiget 1777, 2nd ed. Berlin, Oemigke, 1793.
62. Anon., Versuch einer nähern Erklaerung der Hornviehseuche nebst einigen Wahrnehmungen über die Einpropfung derselben, Braunschweig, 1763 (quoted by von Oertzen, op. cit., note 16 above).
63. Anon., Versuch einer nähern Erklaerung der Hornviehseuche nebst einigen Wahrnehmungen über die Einpropfung derselben, Braunschweig, 1763 (quoted by von Oertzen, op. cit., note 16 above).
64. M Worseck, 'Die Bekämpfung der Rinderpest vor 200 Jahren in Mecklenburg', Mh. Vet. Med. 1977, 32: 182-4.
65. Von Oertzen, op. cit., note 16 above.
66. H Kilian, 'Die Bekämpfung der Rinderpest in Mecklenburg-Strelitz (1769- 1780)', Inaugural Dissertation Veterinary Medicine, Berlin, 1934.
67. Schumacher, op. cit., note 53 above.
68. W Dieckerhoff, Geschichte der Rinderpest und ihrer Literatur. Beitrag zur Geschichte der vergleichenden Pathologie, Berlin, Enslin, 1890.
69. H M Wens, 'Beitrag zu der Inoculation der Rinderpest nach den Anweisungen von J.A. Kersting in den Jahren 1779 bis 1781', Dtsch. tierärztl. Wschr., 1987, 94: 559-62.
70. Günther jun, 'Kersting, über die Einimpfung der Rinderpest', Mag. f. die ges. Thierheilk., 1858 24: 1-42.
71. Schumacher, op. cit., note 53 above.
72. Johann Gottlieb Wolstein, Anmerkungen über die Viehseuchen in Oesterreich nebst einer Abhandlung gegen das Umbringen der Thiere in Seuchen, Vienna, J E von Kurzbeck, 1782.
73. Schumacher, op. cit., note 53 above.
74. J J Kausch, Kameralprinzipien über Rindviehsterben, Berlin, 1793 (quoted by Dieckerhoff, op. cit., note 59 above).
75. J J Kausch, Kameralprinzipien über Rindviehsterben, Berlin, 1793 (quoted by Dieckerhoff, op. cit., note 59 above).
76. Gottfried Christian Reich, Richtige und gewissenhafte Belehrung für den Landmann über die Rindviehseuche und die Inoculation derselben, Nürnberg, Raspesche Buchhandlung, 1797.
77. Johann Clemens Tode, Geschichte der Einimpfungen der Hornviehseuchen welche in den Jahren 1770, 71 und 72 in Dänemark auf königliche Kosten angestellet worden, Copenhagen, Rothen, 1775.
78. Peter Christian Abildgaard, 'Abhandlung über die allgemeine Rindviehseuche in vorzüglicher Hinsicht auf ihre Einfälle in Dänemark und die daselbst angestellten Impfversuche' in Erich Viborg, Sammlung von Abhandlungen für Thierärzte und Oekonomen, vol. 1, Copenhagen, Prost, 1795.
79. Peter Jonas Bergius, Bedenklichkeiten bei der Einimpfung der Hornviehseuche Göttingen, 1772 (quoted by Dieckerhoff, op. cit., note 59 above).
80. Peter Jonas Bergius, Bedenklichkeiten bei der Einimpfung der Hornviehseuche Göttingen, 1772 (quoted by Dieckerhoff, op. cit., note 59 above).
81. Félix Vicq d'Azyr, Exposé des moyens curatifs et préservatifs qui peuvent etre employés contre les maladies pestilentielles des bêtes à cornes, Paris, Mérigot, 1776.
82. R De Herdt, Bijdrage tot de geschiedenis van de veeteelt in Vlaanderen, inzonderheid tot de geschiedenis van de rundveepest 1769-1785, Leuven and Ghent, Belgisch Centrum voor de Landelijke Geschiedenis, 1970.
83. Peter Jessen, Ueber die gänzliche Ausrottung der Rinderpest, Dorpat, H Laakmann, 1852.
84. Camper, op. cit., note 50 above.
85. Charles Herrman, 'Immunization against measles', Arch. Pediatr., 1915, 32: 503-7.
86. Doutresoulle, 'Rapport sur la recherche d'une méthode d'immunisation active des veaux non sevrés, provenant de mères réfractaires à la peste bovine', Rec. Méd. vét., 1924, 100: 464-8.
87. Scott, op. cit., note 2 above.
88. Wens, op. cit., note 60 above.
89. C Huygelen, 'The long prehistory of modern measles vaccination', in S A Plotkin and B Fantini (eds), Vaccinia, vaccination, vaccinology, International Meeting on the History of Vaccinology, Marnes-la-Coquette, 6-8 Dec., 1995, Amsterdam, Elsevier, 1996, pp. 257-63.