Nut en noodzaak van obductie in de eerste lijn: Twee voorstellen opnieuw geformuleerd aan de hand van een casus

Huisarts en Wetenschap

Volumn 40, Issue 1, 1997, Pages 18-20

  Oppewal, Feike ^b   Schoots, Coen J F ^a  

^a Pathologisch Anatomisch Laboratorium te Winschoten   (Netherlands)

^b NONE   (Netherlands)

Author keywords

[No Author keywords available]

Indexed keywords

EID: 0004891835     PISSN: 00187070     EISSN: None     Source Type: Journal    
DOI: None     Document Type: Article

References (10)

1. Robbins SL. Pathologic basis of disease. 5th ed. London: Saunders, 1994: 536.
2. Wabeke E. Eindrapport van het onderzoek obducties in de eerstelijns-gezondheidszorg, verpleeghuizen en zwakzinnigeninrichtingen. Amstelveen: Ziekenfondsraad, 1989.
3. Bremer GJ. Obducties in de eerstelijnsgezondheidszorg, verpleeghuizen en zwakzinnigeninrichtingen. Ned Tijdschr Geneeskd 1990; 134: 214-5.
4. Nooter J. Obductie op verzoek van de huisarts. Huisarts Wet 1983; 26: 9-10.
5. Van Ingen G, Meijer CJLM. Obducties voor huisartsen en voor klinisch werkende specialisten; de indicaties onderzocht. Ned Tijdschr Geneeskd 1994; 138: 767-9.
6. Van Rijssel ThG. Het laatste consult. Ned Tijdschr Geneeskd 1985; 129: 197-9.
7. Elema J. Het postmortale onderzoek in de huisartspraktijk. Practitioner 1989; 6: 123-6.
8. Wabeke E. Obductie: wat kan de huisarts ervan leren? Huisarts Wet 1989; 32: 458-61.
9. Bosman FT. De status van de obductie. De ziektekundige ontleedkunde ontleed. Ned Tijdschr Geneeskd 1990; 134: 1340-3.
10. Van Veen WA. In morte lucem peto [Commentaar]. Huisarts Wet 1989; 32: 456-7.